East Coast - Whakatane - Auckland
Door: Menno Kolk
Blijf op de hoogte en volg Menno
26 Maart 2011 | Nieuw Zeeland, Auckland
Ik had geen zin om heel lang te lopen voor een goed plaatsje om te liften en heb daarom mijn tassen maar lekker tegenover het hostel netjes uitgestald, zodat alleen mijn backpack zichtbaar was. Ik trok blijkbaar de aandacht van de lokale jeugd, want gordijntjes werden opzij getrokken en jonge kereltjes vroegen wat ik aan het doen was. Al gauw kreeg ik een lift van een ex politieman. Hij bracht mij naar Tolaga Bay. Daar heb ik de langste betonnen pier op het zuidelijk halfrond mogen bewonderen (600m) en daarna ben ik afgezet naast een skatepark waar de lokale hangkinderen aan het proberen waren om een dwarslaesie op te lopen. Na een lange tijd wachten en een paar lifts afgeslagen te hebben, kreeg ik een lift aangeboden naar Tokomaru. Mijn eerste trucker! In NZ zijn truckers niet verzekerd voor lifters die bij ze in de wagen zitten. Dat kan dus veel geld kosten voor de maatschappij. Ondertussen waarschuwde ook deze man mij weer voor het gespuis aan de east coast. Ik hoefde niet bang te zijn, maar moest wel op mijn hoede zijn. Maar dat ben ik natuurlijk altijd... Dit was niet zo een heel handige plaats om afgezet te worden en ik heb een aantal kilometers (oke ik overdrijf wat...) moeten lopen om op de juiste weg terecht te komen. Ik mijn tas lekker neergezet, zonnebrilletje op en maar afgewacht. Heel veel verkeer was er niet, maar het zonnetje scheen lekker. Na een tijdje stopte een ouder stel. Ik had mijn vinger niet eens de lucht in gestoken, want oudere stellen nemen je nooit mee... Zeker niet in die campervans van ze. Dit stel verontschuldigde zich dat ze mij niet mee konden nemen. Als ze mij de van meenamen, waren ze niet verzekerd. En dat vond ik aardig van ze. Na een kort praatje zijn zij weer verder gereden en na weer een tijdje stopte een andere auto. Een Maorivrouw stopte voor me en kon me meenemen naar Ruatoria. Dit was het plaatsje waar ik niet moest willen stoppen volgens velen. Alle rastafari en marijuanatelers leven in dit plaatsje. Leuke verhalen over gehoord overigens. Vliegtuigen die over de maizevelden (waar de marijuana tussen verstopt zit) vliegen en een goedje achterlaten, dat je mond blauw doet kleuren als je ondergesproeid marijuana rookt. Geweldige uitvinding. Anyhow: ik belandde daar. Langs de weg heb ik snel mijn lunch opgesmikkeld (met mijn zakmesje mijn broodjes smeren) en een stel meiden pikte mij op. Ze brachten me naar Tikitiki en waren in de Heer. Ik moest het kerkje in Tikitiki bezoeken. Eerlijk is eerlijk: het is een speciaal maorikerkje. Overal carvings en een mix tussen de maoricultuur en het katolicisme (?).
Een koppel dat ook in de kerk was, nam mij mee naar Hicks bay. Daar wilde ik de eerste zonsopgang ter wereld zien. Na een halfuur gelopen te hebben, kwam ik op een goed plaatsje uit en hier zou ik de volgende ochtend mijn zonsopgang beleven met misschien wel een ontbijtje.
De volgende ochtend regende het. Ik werd wakker in het stapelbed (in de kamer die ik voor mijzelf had) en heb me maar weer omgedraaid toen ik merkte dat het regende. Na mijn ontbijt ben ik verder gegaan met mijn reis langs de oostkust. Mijn doel van vandaag was om Whakatane te bereiken. In de stromende regen ben ik heuvelafwaarts de weg afgelopen. Op het kruispunt van Hicks bay heb ik een tijdje gestaan en besloten door te lopen. Ik kreeg het koud en was doorweekt. Na een tijdje kwam er een auto aan. Mijn duim omhoog gestoken en de auto stopte. De vrouw laadde mijn tas in en ze vertelde me dat ze naar Whakatane ging. Prima! Ik na een paar uur in de auto met giechelende Australische nichtjes van die vrouw in Whakatane aangekomen. In Whakatane heb ik gauw mijn hostel opgezocht, gedouched en ben ik mijn bed ingedoken. Ik voelde me niet zo goed.
De komende dagen heb ik op bed, op de bank of rondlopend door het kleine dorpje doorgebracht. Steeds met het gevoel alsof ik een zombie was.
Het bed waar ik in sliep was verschrikkelijk. Ik vroeg mij steeds af waarom die twee stukken matras naast mij omhoog staken. Zelfs de matrassen in de DOC hutten zijn beter! Het was verschrikkelijk. De rest van het hostel was overigens prima in orde.
Ik besloot te verhuizen. Door het weer (wind/regen) was de tocht naar White Island de afgelopen dagen niet doorgegaan.
Ik ben naar het enige andere BBH hostel in de stad verhuisd. Ik heb er mijn bedje opgemaakt en ben in mijn bedje gaan liggen. Een piepend stapelbed en ik sliep boven (wat ik niet tof vind), maar het bed lag stukken beter dan het andere bed. Verder waren er overal regeltjes voor in het hostel. Verschrikkelijk! Het is gebruikelijk om te lezen dat je moeder niet woont in het hostel waar jij verblijft en dat je dus je spullen op moet ruimen, maar om te lezen dat het nieuws om 6 uur per se op moet vond ik wel erg ver gaan. Meestal los je zo iets in goed overleg op.
Ik zou alleen nog deze dag wachten op de tour naar White island, want ik had genoeg van Whakatane.
De volgende ochtend kreeg het hostel een telefoontje dat ze wel de zee op gingen. Tof! Ik alles dus ingepakt en ben met iemand anders uit het hostel meegereden.
Ik heb daar mijn leven wederom weggesigneerd en ze hebben me beroofd van een aantal knalharde dollars. In ruil voor dit alles kreeg ik een aluminium hoedje (?)/ afdekking voor iets. Dit moest mijn boarding pass voorstellen. Prima, wat zij willen.
Aan boord heb ik lekker niets gedaan. Ik kwam wat bekenden tegen, die ik in Egmont Village ook tegen gekomen was en heb wat met ze gepraat. Aan het eind van de tocht was ik blij dat de boot stil kwam te liggen. Erg ruig was de tocht niet, maar ik was nog niet helemaal op en top en ik merkte het. Maar zelfs stilliggend bewoog de boot erg veel.
Nadat iedereen met het rubberbootje naar het eiland was getransporteerd kon de tour beginnen.
Het was alsof je op een actieve vulkaan liep. En dat was ook zo. Overal was rots in allerlei kleuren en op veel plaatsen kon je sulpharsporen zien. Als een grote fluitketel spoten er twee stralen gas/stoom uit de grond. Met mijn helm op en mijn gasmasker voor mijn mond hebben we deze plaatsen bezocht. Het kratermeer was ook erg tof om te zien. Verschillende verhalen gaan er rond over een man die er op het eiland verdwenen is. Het enige wat teruggevonden was, waren de schoenen van de man boven aan de afgrond bij het meer. Interessant weetje van de gids: het water in het kratermeer had een PH waarde van -4. Ik vond het ongelovelijk.
Later in de tour mochten we het verste water op het eiland proeven. Door het hoge ijzergehalte was het water erg vies. Je kon ook kijken wat het water met je tien dollarcentmuntje deed als je dat in het water hield. Het was alsof je naar een wasmiddelreclame keek. Voor: een donker tien dollarcent muntje. Na: Een tien dollarcentmuntje in twee kleuren. Schitterend en schijnend brons en donker en vaal brons.
Onderweg kregen de gidsen ook een confrontatie. Midden in het pad wat je strict volgen moest, was een gat van een aantal meter diep. De gids had laten horen (door een rots op de grond te gooien) dat onder de grond waar je op loopt alleen lucht is, maar dit gat had zich in de afgelopen dagen gevormd. Volgens de gidsen was dit een retespannend moment. Met de hele groep langs dat gat lopen. Straks valt er iemand in (dan is het einde verhaal) of breidt het gat zich uit...
Iedereen had de tocht uiteindelijk overleefd en de tocht werd afgesloten met een vrije verkenning van de sulpharfabriek op het eiland. Op het eiland werd ooit zwavel (?) gewonnen, vandaar dat er een fabriek op het eiland staat.
Eenmaal op de boot terug had een oude vent mijn plaats ingepikt en moest ik dus ergens anders een plaatsje zoeken. Gelukkig begreep de vrouw naast wie ik ging zitten dat ik dat deed. Niet iedereen ging weer op hetzelfde plaatsje zitten volgens haar. Ach, heel interessant is het niet, maar ik werd er wel een beetje nijdig om.
Op de boot kregen we ons lunchpakket (was een lekkere lunch!) en een drankje.
Onze tocht terug naar Whakatane werd weer ingezet. Onderweg zagen we (net als op de heenweg) weer dolfijnen. Ditmaal zagen we common dolfins. Het waren er echter niet zo veel als in Kaikoura, dus ik was niet zo onder de indruk.
Even later spotten we ook een heuze Pink Whale. Een kayak dreef midden op zee. Hij stak half in de zee en half boven water uit. De kayak behoorde gelukkig tot een man die de kayak aan wal had verloren. Er was dus niemand zo slim geweest om de vissen van dichterbij te bekijken.
Terug in het hostel ben ik wederom mijn nest in gedoken en heb ik de hele avond geslapen. Zo erg dat ik in de nacht niet goed meer kon slapen. Stom natuurlijk. Ik had ook geen avondeten gehad.
De volgende ochtend na toch nog een paar uur slaap heb ik mijzelf uitgecheckt en heeft de alcoholistische hostelmanager een liftbordje voor mij gemaakt. Please was volgens hem het magische woord.
Een eerste gast nam mij mee naar de juiste turnoff en vervolgens waagde ik mijn leven in een auto vol jonge moeders. Scheurend met 140 over de snelweg en de muziek veel te hard uit de speakers werd ik later afgezet in Tauranga. Ik bleek op de verkeerde plaats afgezet te zijn. Gelukkig nam een enorm aardige vrouw mij mee in haar auto naar de juiste weg. Daar heb ik een tijdje gestaan tot ze weer terug kwam en mij weer oppikte. Ze was nu onderweg naar huis met haar dochtertje, die de hele achterbank en zichzelf aan het bevuilen was. Maar dat is wat jonge kinderen doen... We hebben er maar om gelachen. Ze zette me af in het plaatsje (ik ben serieus) Bethlehem en daar ben ik verder gaan liften. Ik vond het geweldig dat er een plaatsje Bethlehem bestond in Nieuw Zeeland. Ik had ook al van een Jerusalem gehoord en er bestond ook nog eens een Bethlehem. Nu nog een Nazareth vinden!
Een snelle auto stopte voor mijn liftteken en hij ging richting Auckland. Ik ging richting Thames, maar later, tijdens de rit, besloot ik toch maar naar Auckland te gaan. Ik voelde me nog steeds niet zo heel lekker en kon beter uitrusten in plaats van haasten en doorreizen.
Ik werd voor het hostel afgezet en hier zit ik dus weer in Auckland.
Over een paar dagen vlieg ik naar huis. Ik hoop dat ik mij dan beter voel, want ik heb geen zin om zo te vliegen.
-
26 Maart 2011 - 09:14
Ria:
Vind je het gek dat je ziek bent? Zoveel regen/wind en dan liften.
Enfin. Fijn dat je white island toch nog gezien hebt. Ik hoop dat je snel opknapt, zodat je nog een paar daagjes fit door Auckland kunt crossen. HEel veel liefs. Goede thuisreis.Tot woensdag. Dikkekus. -
26 Maart 2011 - 12:57
Arjen:
Balen man van de ziekte, hopelijk kan je de laatste dagen nog genieten van Nieuw Zeeland en van alle vrijheid! Spreek je snel weer.
-
26 Maart 2011 - 16:35
Ans:
Ha Menno, ik wens je een goede thuisreis.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley